Spaanse oorsprong van het damspel, II


1997 (Eerste editie)
Govert Westerveld
De Spaanse oorsprong van het Dam- en Moderne Schaakspel
Deel II










Voorwoord.


Er is veel geschreven over de geschiedenis van het dammen en tot op  heden weten de meesten van ons niet  beter of het dammen werd in de 11e eeuw uitgevonden in de Zuid-Provençaalse provincie van Frankrijk. Wij danken deze kennis aan de boeiende Algemene historie en bibliografie van het damspel van Kruijswijk  (1966).

In nummer 2 van Het Nieuwe Damspel uit het jaar 1987 kan men echter lezen  dat ik zelf van mening ben  dat Spanje het moederland van het damspel is en dat het damspel door de Spanjaarden in diverse landen is geïntroduceerd. Spanje is een land, waaraan de damgeschiedschrijvers nog veel te weinig aandacht hebben besteed, wat  waarschijnlijk te wijten is aan de taalbarrière.

In het jaar 1987 was ik nog niet op de hoogte van het feit dat Ir. G. Bakker al eens eerder met een dergelijke hypothese was gekomen, en wel in 1983 in zijn fascinerend damtijdschrift Het Nieuwe Damspel (HND). We vinden zelfs een verbeterde hypothese van hem terug in het al eerder genoemde nummer 1987-2 van HND. Vanaf dat moment  trachtten we beiden de ontstaansgeschiedenis van het eerste (Spaanse) dammen te achterhalen.

Een en ander had tot gevolg dat ik verwoede pogingen heb ondernomen mijn stelling met bewijsmateriaal te kunnen staven. En zo heb ik in een periode van vijf jaar verschillende artikelen in HND kunnen plaatsen over het Spaanse dammen. Het vele speurwerk leverde verschillende verrassende ontdekkingen  op: er werden in Spanje nieuwe damboeken en manuscripten ontdekt  en ik kwam erachter dat de standen uit het boek van Timoneda (1635) niets anders waren dan standen die zo’n 50 tot 85 jaar eerder al eens waren gepubliceerd.

Waarschijnlijk  werd er aan mijn onderzoeksresultaat toch wel hier en daar geloof gehecht, want op een zeker moment bood Rob Jansen aan om me te helpen met allerlei gegevens. Enkele jaren eerder had Philip de Schaap me al eens iets over Rob verteld en ik wist dat je zo’n aanbod van hem nooit moet afslaan. Het gevolg was dat Jansen in 1992 met één van de meest waardevolle damontdekkingen kwam aanzetten: het  Andarrayaspel. Een spel waar-naar ikzelf al vele jaren had gezocht als Kastiliaanse tegenhanger van het  Aragonese Marro de Punta spel.

Al heel lang ben ik van mening dat de sterke nieuwe dame zowel in het schaakspel als bij het dammen werd ingevoerd kort na 1492 en vóór het allereerste schaakboek van 1495.  Het was een gewaagde stelling, immers in de wetenschap pleegt men eerst bewijsmateriaal te verzamelen voordat men een these poneert.  In dat opzicht mogen we ook niet het enorme werk vergeten wat Drs. A. van der Stoep voor de damhistorie heeft verricht met zijn wetenschappelijk onderzoek naar de herkomst van het woord dame(s). Dat woordje dama blijkt een Franse ontlening te zijn en het is nog steeds een raadsel waarom het Spaanse spel Marro de Punta plotseling Damas ging heten.

In mijn dagelijks werk heb ik veel met research te maken en zo werk ik al vele jaren samen met professoren van de universiteit. Dikwijls heb ik als leek bepaalde ideeën geuit, waarschijnlijk door een zekere intuïtie gevoed, om nieuwe produkten te kunnen produceren. Dergelijke ideeën werden meestal aanvankelijk afgewezen, maar bleken later toch resultaat op te leveren. Deze zelfde intuïtie gebruik ik hier bij het onderzoek naar het ontstaan van het dammen. Eerst bepaal ik mijn hypothese en daarna ga ik naar het bewijsmateriaal zoeken. Onwetenschappelijk misschien, maar niet zonder resultaten.

José Lozano Teruel  (Ex-Rector Universiteit Murcia),  Carlos Ferrer Salat
(Voorzitter van het Spaanse Olympisch Comité), Francisco Sabater Garcia
(Ex-Rector Universiteit Murcia) en Govert Westerveld. Nuttige kontakten!

Het gaat natuurlijk niet alleen om intuïtie. Om te beginnen heb ik enorm veel literatuur doorgenomen over de Spaanse koningin Isabel la Católica met betrekking tot de jaren tussen 1470 en 1500. Professor Juan Torres Fonte van de universiteit van Murcia, een erkend deskundige inzake het onderwerp “Koningin Isabel”, was zo goed mij  het één en ander bij te brengen over haar. Zij was erg bemind bij haar onderdanen en werd gevreesd door de Moren.

Daarnaast heb ik getracht veel aan de weet te komen over die Moren,  die gedurende acht eeuwen Spanje bezet hielden. Al in het jaar 711 kwamen ze Spanje binnen en pas in 1609 werden ze er definitief  uit verbannen. Tenslotte heb ik ook het nodige moeten lezen over de Joden, die het in Spanje altijd moeilijk hebben gehad en tot het meer intelligente deel van het volk behoorden. De Joden waren de echte handelaars, beschikten altijd over geld en leefden  afzonderlijk in hun eigen stadsgedeelten of ghetto's. In 1492  werden ze uit Spanje verbannen, tenzij ze bereid waren het  katholieke geloof aan te nemen.  De bedoeling van dit boek is om nauwgezet alle ontdekkingen systematisch weer te geven, zodat de deskundigen op het gebied van de geschiedenis van het dammen het één en ander in de juiste vorm kunnen gieten. Ik beschouw mezelf meer als een researchman en minder als een historicus. Ik hoop dat men door dit werk aan Spanje meer aandacht gaat schenken.

Ondertussen heb ik met de bekende schaakhistoricus, Dr. Ricardo Calvo, uit Madrid een hechte vriendschap opgebouwd en zodoende sta ik hier in Spanje ook niet meer alleen met de research naar de oorsprong van het allereerste (Spaanse) dammen.Zijn aansporingen en aanmoedigingen hebben er ook toe bijgedragen dat ik dit boek heb willen schrijven.
Het oude Spaans uit de vijftiende en zestiende eeuw heb ik zo goed mogelijk getracht te vertalen; ik ben mij ervan bewust dat een betere vertaling mogelijk is, maar ik acht het nog altijd beter om zelf iets te vertalen dan helemaal niets te doen. Ik vraag daarom wat begrip van meer deskundige vertalers. Ik heb vrijwel niets vermeld over het boek van Alfonso-X el Sabio, omdat dit boek bij de meesten van mijn lezers wel bekend is.

Ik heb dankbaar gebruik gemaakt van diverse opmerkingen en suggesties van Professor Juan Torres Fontes (Spanje) en Ir. Felix Berkovich (U.S.A.), alsmede van de damhistorici K.W. Kruijswijk en  Drs. A. van der Stoep. Daarnaast was Ir. G. Bakker zeer behulpzaam door me teksten en fotomateriaal uit zijn diverse damtijdschriften en publicaties ter beschikking te stellen. Hetzelfde kan gezegd worden van mijn Spaanse damvriend Victor Cantalapiedra Martin, die speciaal voor de uitgave van dit boek zijn teksten over de mysterieuze auteur “Valle” aanbood. Grote dank en bewondering gaat uit naar mijn damvriend Rob Jansen uit Amsterdam. We weten in de damwereld ondertussen allemaal wie Rob Jansen is, maar wat hij op het gebied van het onderzoek naar het eerste Spaanse dammen gedaan heeft, weet u pas als u dit boek heeft doorgenomen. Vele uren moet Jansen doorgebracht hebben in het Spaanse seminarie te Amsterdam om damgegevens te kunnen verzamelen. Zonder zijn gegevens had het onderzoek nog wel zo’n 10-20 jaren kunnen duren. Vele zaken, waarover ik een nadere studie wilde werden door hem op efficiënte wijze onderzocht; andere zaken werden door hem zelf naar voren geschoven en vele zaken hebben we gezamenlijk behandeld.   Het is niet mogelijk in dit boek precies in elk thema weer te geven of Jansen het met mij eens is; in veel gevallen is hij dat daadwerkelijk, in andere zaken laat hij aan mij de keus over, en weer in andere gevallen haal ik zijn teksten naar voren zonder dat meestal te vermelden. Voor de damwereld is het van belang te weten dat dit boek geschreven is door twee damhistorici en dat dit boek alleen door deze nauwe internationale samenwerking tot stand kon komen. De bedoeling van dit boek is zo het één en ander los te maken, want vele gegevens die al bij de meeste damhistorici bekend waren zijn nu op een andere wijze geïnterpreteerd.

Één ding zal zo aan de geïnteresseerde lezer wel duidelijk  worden:  het wordt tijd dat we ook Spanje eens als een mogelijke bakermat van het damspel gaan beschouwen.

                                Dr.  Govert Westerveld




0 comments:

Post a Comment